Het basis nierpanel: Een fundamentele SOP
Dit protocol definieert de essentiële, hoogwaardige componenten van een eerste nieronderzoek en biedt een duidelijk kader voor een zelfverzekerde interpretatie.
Een consistente, hoogwaardige basislijn vaststellen
Inconsistente of onvolledige onderzoeken naar vermoedelijke nierziekte kunnen leiden tot een vertraagde diagnose en verhoogde kosten. Deze Standaard Werkwijze (SOP) definieert het Tashikin Core Renal Panel—een fundamentele, niet-onderhandelbare basislijn voor elke honden- of kattenpatiënt waarbij de nierfunctie in twijfel wordt getrokken. Het volgen van dit protocol zorgt ervoor dat er geen cruciaal signaal wordt gemist en biedt een duidelijk pad van initieel vermoeden tot een zelfverzekerde klinische beoordeling.
Fase 1: De vier pijlers van het basis nierpanel
Volledige urineanalyse (met USG)
Reden: Dit is het meest directe en kosteneffectieve venster op de nierfunctie. Het urine soortelijk gewicht (USG) is het absolute draaipunt voor het hele onderzoek, terwijl sediment en chemie gelijktijdige problemen zoals infectie of proteïnurie kunnen onthullen.
Essentiële chemie: CREA, BUN, PHOS
Reden: Creatinine en BUN zijn de hoekstenen van het identificeren van azotemie, terwijl fosfor een belangrijke secundaire marker is die cruciaal is voor een nauwkeurige IRIS-stadia en het begeleiden van het management.
Het vroege signaal: SDMA
Reden: SDMA is een integraal onderdeel van een modern nierpanel. Als een meer gevoelige biomarker voor de afname van de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR), biedt het de unieke mogelijkheid om nierziekte maanden tot jaren eerder op te sporen dan creatinine verhoogd raakt, waardoor de tijdlijn voor interventie fundamenteel verandert.
Het vitale teken: Bloeddruk
Reden: Systemische hypertensie is zowel een oorzaak als een gevolg van chronische nierziekte (CNI). Het meten van de bloeddruk is een niet-onderhandelbaar onderdeel van een volledige nierbeoordeling en is vereist voor een correcte IRIS-stadia.
Fase 2: Een stapsgewijs interpretatiekader
Evalueer de USG: De eerste beslissing
Actie: Is de urine voldoende geconcentreerd? (>1.030 bij honden, >1.035 bij katten). Dit ene gegevenspunt bepaalt onmiddellijk de significantie van eventuele gevonden azotemie.
Reden: Als er azotemie aanwezig is met een inadequate USG, is nierziekte de belangrijkste differentiaal. Als de USG hoog is, zijn pre-renale oorzaken waarschijnlijker. Dit is de eerste en belangrijkste stip om te verbinden.
Integreer SDMA: Het vroege inzicht
Actie: Is de SDMA verhoogd (>14 µg/dL), zelfs als Creatinine normaal is? Besteed extra aandacht als de USG ook borderline is.
Reden: Een verhoogde SDMA bij een niet-azotemische patiënt is een kritieke rode vlag. Het biedt het vertrouwen om nierziekte in een vroeg stadium (IRIS Stadium 1) te diagnosticeren en proactief beheer te starten lang voordat er onomkeerbare schade optreedt.
Voltooi het beeld: Stadia- en managementaanwijzingen
Actie: Beoordeel de fosforwaarden en de bloeddruk om de ziekte volledig te stadiëren volgens de IRIS-richtlijnen. Kwantificeer eventuele proteïnurie met een UPC-ratio.
Reden: Een volledige work-up gaat verder dan diagnose naar stadiëring. Deze secundaire markers leveren de cruciale informatie die nodig is om een uitgebreid, geïndividualiseerd managementplan te maken dat alle facetten van de ziekte aanpakt.